'Casa de campo', 17 km² openbaar park

Het zg. 'Casa de Campo' in Madrid is een gebied van meer dan 17 km² ten zuidwesten van het centrum van de Spaanse hoofdstad. het si het grootste park van de stad, vijf keer groter dan Central Park in New York en zes keer groter dan het Londense Hyde Park. Sinds 1931 is het geopend voor het publiek. Er zijn bossen, een meer en een attractiepark.

Geschiedenis
Daarvoor was het, sinds Filips II Madrid in 1559 van de adelijke familie Vargas kocht, een gebied voor de koninklijke familie en de Spaanse adel om er van de rust en de jacht te genieten. Deze liet er een rustpaleis neerzetten, waarbij de Nederlander Pierre Jasen de opdracht kreeg om er vijf vijvers met hun kanalen in aan te brengen. De Italiaanse tuinarchitect kreeg de taak om een bloeiende tuin aan te leggen, wat hij deed met ´mudéjar'- en vlaamse elementen. Het kan zijn dat de koning met het resultaat zo tevreden was dat hij daarom twee jaar later besloot op deze plek de hoofdstad van zijn land te maken.

Hoe dan ook, onder Filips IV viel de aandacht voor het gebied wat weg omdat deze de voorkeur gaf aan het >>'Retiro'. Die liet daar ook zijn tweede paleis neerzetten. Maar toen Filips V -van oorsprong een Franse Bourbon-  in 1701 aantrad, zag deze mogelijkheden om er Franse tuinen te laten aanleggen, wat dan ook in 1720 gebeurde. Diens zoon, de latere Ferdinand VI, zorgde als prins voor een uitbreiding naar het noorden en het oosten, waardoor het terrein werd vervijfvoudigd. Hij verklaarde het ook tot 'Bosque Real' (Koninklijk Bos). Zijn opvolger, Karel III, wilde weer dat het gebied zichzelf zou kunnen voorzien en gelastte dat er tuinbouw en veeteelt zou komen.

In 1878 leed Madrid onder één van de droogste zomers ooit en door die omstandigheid werd een groot deel van de 'Casa de Campo' verbrand. Meer dan 1000 bomen werden daarmee vernietigd.

In het gebied zijn later diverse archeologische vondsten gedaan, uit paleolithische en Romeinse tijd, die wijzen op menselijke activiteit in die periodes.

Openstelling voor het publiek
Tijdens de Tweede Spaanse Republiek werd het park dus opengesteld aan het publiek, die daar maar vijf jaar echt van kon genieten want tijdens de Burgeroorlog die daarop volgde (1936-39) werd het gebied hoofdzakelijk slagveld tussen de rechtmatige republikeinen en de rebellen van generaal Franco. Na de oorlog bleef het park tot 1946 gesloten, waarna het tot 1961 zou duren voordat de Madrileense metro er zou komen en tot 1969 dat er een attractiepark en een kabelbaan kwamen. De laatste verbond het 'Parque de Oeste' en het 'Casa de Campo' met elkaar. Dat, de komst van een dierentuin in 1972 -die de oppervlakte van het park met 400 hectare uitbreidde- en een aantal bars en restaurants, leidde ertoe dat het in die jaren één van de meest populaire plekken voor de madrileen werd om er zijn vrije tijd in door te brengen.

In de jaren 90 verpaupert het park vanwege de opkomst van de straatprostitutie aldaar, wat intussen opgelost schijnt te zijn. In 2007 werd het autoverkeer er beperkt tot alleen de ingangen tot de dierentuin en het atractiepark, en rond het meer.

In de deze eeuw werd ook er de zg. 'Madrid Arena' gebouwd, met het oog op diverse kandidaturen voor de Olympische Spelen, die Madrid niet uiteindelijk werden toegewezen. Het wordt gebruikt voor spektakels en concerten. Ook bevindt zich er een beurzencomplex (IFEMA) en een stal voor stieren, die tijdens de stierengevechten verschijnen in de arena van 'Las Ventas'.

Tegenwoordig wordt het park, behalve voor picnicks, evenementenbezoek of terrassengebruik, veelal gebruikt door sporters. Er kan gezommen, kanogevaren, gefietst, gejogd, gewandeld, noem het maar op.

Flora en fauna
In het park -oorspronkelijk een heidelandschap met steeneiken- zijn tegenwoordig diverse bomensoorten te vinden, vooral dennen, maar ook sparren, kastanjes, eiken, esdoornen, berken, ceders, acacias en platanen. Veel zijn aangeplant na de Burgeroorlog maar er zijn ook enkele bomen -over het algemeen dennen en steeneiken-, die minstens 200-250 jaar oud blijken te zijn.

Hoewel het dierenbestand in vergelijk tot het begin van de vorige eeuw met 30% is gedaald, behoren tot de 20 zoogdierdierensoorten, die in het park te vinden zijn, de haas, het konijn, de mol, de egel en de eekhoorn. Het is vrij zeldzaam om er vossen, everzwijnen en marterachtige aan te treffen -meestal zijn ze dan afkomstig uit het naburige >>'Monte del Pardo'. Verder werden er 14 reptielsoorten geinventariseerd, 6 amfibie- en 87 vogelsoorten, waaronder spechten- en vinken soorten.

Foto's (van boven naar beneden): 'Casa de campo', gezien vanaf de kabelbaan; de kabelbaan met uitzicht op Madrid; de Madrid Arena.