Monumentale poorten van Madrid

De stad Madrid bezit een aantal monumentale poorten, waarvan enkele oorspronkelijk stadspoorten waren, andere toegangspoorten naar koninklijke gebouwen en één eigenlijk niet eens echt als poort bedoeld was, maar eerder als triomfboog. Drie daarvan werden in opdracht van koning Karel III, ook wel beschouwd als 'el mejor alcalde de Madrid' (de beste burgemeester van Madrid) omdat tijdens zijn regeringsperiode de stad een heel ander aanzien kreeg -een hoofdstad waard.

De 'Puerta de Alcalá'
Deze poort behoort tot één van de bekendste monumenten van de hoofdstad. Het werd eind 18de eeuw in neo-klassieke stijl gebouwd in opdracht van koning Karel III ter vervanging van een kleinere poort, die leidde naar het stadje >>Alcalá de Henares. Nadat in 1869 de stadsmuur werd afgebroken verloor het haar oorspronkelijke functie. Eromheen is daarna het huidige plein, 'Plaza de la Independencia' ontstaan. Het ligt vlakbij het drukke verkeersplein, >>'Plaza de Cibeles', met haar beroemde fontein.

De 'Puerta de Toledo'
De eerste stadspoort, die het centrum van Madrid verbond met de stad >>Toledo, werd al in de 15de eeuw gebouwd. Daarna kwamen er nog drie, waarvan de laatste en huidige dateert van tussen 1813 en 1827. Ze moest het koningsschap van Ferdinand VII eren na de bevrijding van de Fransen. In 1995 werd ze gerestaureerd. Ze staat tegenwoordig op de 'Glorieta de Toledo aan het begin van de 'Calle de Toledo'.

De 'Puerta de San Vicente'
Vlakbij de 'Puerta de Toledo' staat de 'Puerta de San Vicente', die in de 18de eeuw in opdracht van koning Karel III werd gebouwd als deel van de entrée naar het >>Koninklijk Paleis en een eerdere poort met dezelfde naam, die in 1770 werd afgebroken, op een andere plaats moest vervangen. In 1890 werd deze poort vanwege verkeersredenen weggehaald en precies een eeuw later opnieuw in dezelfde stijl opgebouwd. Een fontein, die daar sinds 1952 stond, werd daarvoor verplaatst naar het 'Parque del Oeste'.

De 'Puerta de Hierro'
Deze poort staat in tegenstelling tot de eerder genoemde poorten van Madrid niet in het centrum maar meer aan de buitenkant van de stad. Ze werd gebouwd tussen 1751 en 1753 in opdracht van koning Ferdinand VI. De oorspronkelijke bedoeling van deze barokke poort was om toegang te verschaffen tot een omhekt koninklijk jachtgebied, tegenwoordig beschermd natuurgebied >>'Monte de El Pardo'. In 1991 werd ze steen voor steen afgebouwd en op een andere plek opnieuw opgebouwd teneinde de autoweg naar La Coruña -de A-6- te kunnen verbreden.

De 'Puerta Real'
De 'Puerta Real', ook wel genoemd de 'Puerta de Carlos III, werd zoals de naam al verraadt in 1773 in opdracht van koning Karel III ontworpen door dezelfde architect, die ook verantwoordelijk was voor de eerder genoemde 'Puerta de Alcalá' en de 'Puerta de San Vicente', Francesco Sabatini (1722-1797).Tegenwoordig behoort ze tot de botanische tuin van Madrid, aan het 'Paseo del Prado'.

De 'Puerta de Felipe IV'
Deze poort, ook wel de 'Puerta de Mariana de Neoburgo' genoemd, werd in 1680 in barokke stijl gebouwd en was oorspronkelijk de toegang naar het hof van de echtgenote van koning >>Karel II*, Marie Louise van Orleans. Tegenwoordig staat ze in het grootste park van de hoofdstad, het 'Parque de El Retiro'. Beide namen van deze poort zetten de bezoeker overigens op het verkeerde been. Ze had niets te maken met Filips IV, die de grootvader was van Karel II. De andere naamgeefster, Maria Anna von Neuburg, was dan wel de tweede vrouw van Karel II, maar toen ze daarmee trouwde bestond de poort al negen jaar lang.

De 'Puerta de Moncloa'
Deze poort is eigenlijk een triomfboog, die in de vijftiger jaren in opdracht van Franco werd gebouwd om zijn overwinning aan het einde van de Spaanse Burgeroorlog te herdenken. Officiëel heet ze dan ook 'Arco de la Victoria de Madrid'. Vanwege haar gelijkenis met o.a. de ´Puerta de Alcalá' kreeg ze de 'verzachtende' naam 'Puerta de Moncloa'. De poort staat aan het begin van de autoweg naar La Coruña, de A-6.

* Vanwege zijn kinderloosheid was Karel II de laatste telg van de Spaanse tak van het huis van de Habsburgers en daardoorzijn dood de directe oorzaak van de Spaanse Successieoorlog (1701-1713).