De Metro van Madrid

Wie nieuw is in Madrid en gebruik maakt van de metro van de stad zal verbaasd zijn wanneer hij/zij ontdekt dat de wagons van de rechterkant de stations binnenrijden en dus aan de linkerkant rijden, daar waar in het hele land het verkeer rechts van de weg gaat. Waarom zou dat zijn? Om daar achter te komen moeten we terug naar 17 oktober 1919.

Dat was nl. de dag waarop de toenmalige Spaanse koning, Alfons XIII, de eerste metrolijn opende -tussen Puerta del Sol en Cuatro Caminos, met een traject van 3,48 kilómeter. In die periode werd men in Spanje nog voornamelijk vervoerd door paardenkoetsen. Omdat de koetsiers de teugels met de linkerhand vasthielden en de zwepen met rechts lieten klappen ging het verkeer aan de linkerkant van de weg. Dit om te voorkomen dat een voetganger zou worden getroffen. Dit schijnt al in Romeinse tijd de norm te zijn geweest.

Engelse fabricatie
Bovendien werden de allereerste voertuigen voor de madrileense ondergrondse in Engeland gefabriceerd, wat het nog meer vanzelfsprekend maakt dat de Spaanse ingenieurs Miguel Otamendi, Carlos Mendoza en Antonio González de vroege Madrileens metro zouden ontwerpen naar model van de Londense metro, die al sinds 1863 bestond en -zoals we allemaal weten- ook aan de linkerkant rijdt.

Overigens werd -in tegenstelling tot Madrid- in andere Spaanse steden, als Barcelona, van oudsher wel aan de rechterkant van de weg gereden. Pas in 1930 werd dit voor heel Spanje genormaliseerd. In Madrid reed men toen al sinds 1 oktober 1924 aan de rechterkant, zoals in de rest van het vasteland van Europa.

Station Chamberí
Die allereerste metrolijn in Madrid bestond overigens uit acht haltes. Het gekke is dat van dat oorspronkelijk traject, dat inmiddels is uitgegroeid tot bijna 24 kilometer -met 33 stations- er slechts zeven zijn gebleven. Je vraagt je af wat er met die achtste gebeurd is. Het antwoord is dat in de jaren 60 vanwege de groeiende hoeveelheid metroreizigers de lengte van de treinen dienden te worden aangepast. Station Chamberí was in een boog gebouwd en lag bovendien te dicht tegen andere, nieuwe haltes aan, waardoor men besloot het niet uit te breiden, maar daarentegen te sluiten.

Dat heeft ervoor gezorgd dat deze halte in zijn oorspronkelijke staat bewaard is gebleven. In 2006 werd de historische waarde ervan erkend, waarna tot restauratie werd besloten en het twee jaar later in gebruik werd genomen als museum. Hier kan de bezoeker even terugreizen naar een tijd, waarin de loketten nog van ijzer vervaardigd werden, reclameboodschappen op tegels werden uitgedragen en trajecten met de hand op kaarten waren geschilderd.

Het moderne metronetwerk
Inmiddels heeft Madrid een metronetwerk van totaal 293 kilometer, met 301 stations (we spreken van mei 2017). Daarbij wordt overal nog steeds dus links gereden en rijdt vrijwel het gehele net ondergronds -alleen de lijnen 9 en 10 komen bij uitzondering voor een klein gedeelte bovengronds. De moderne wagons bezitten bijna altijd stoeltjes en banken, die langs de wanden staan, en zijn volledig doorloopbaar. Bij oudere wagons komt het nog voor dat ze van elkaar afgesloten zijn en dwarsbanken hebben.

De trajecten zijn onderverdeeld in hoofdlijnen en pendellijnen, waarop aan de andere kant van de perrons kan worden overgestapt en die willen voorkomen dat de langere treinen van de hoofdlijnen onderbezet rijden. Ook is er -net als bij de Londens metro- sprake van smal- en breedprofiellijnen. Zo doen op de lijnen 1, 2, 3, 4 en 5 en de lijn R -tussen Ramal Ópera en Príncipe Pío- voertuigen dienst van 2,30 meter breed en is de breedte van voertuigen op de rest van de lijnen 2,80 meter. Daarbij gaan de lijnen 1, 4, 5, 6 en 9 op een bovenleiding van 600 volt en de overige lijnen op 1500 volt. De spoorwijdte is 1445 millimeter, wat ook al uitzonderlijk is.

In 1986 werd de Metro van Madrid gedeprivatiseerd, waardoor ze nu onder de gemeente Madrid en de regio Madrid valt. Vanaf dat moment werd het, met een totale lengte van zo'n 100 kilometer, enorm uitgebreid. Daarom werd het uiteindelijk verdeeld in zones, waardoor de vervoersprijs kan variëren. Lijn 8 heeft een extra heffing omdat ze reizigers naar het vliegveld van Madrid brengt. Openingstijden van de metro zijn van 6.05 uur tot 1.30 uur.

Logotype
Het logotype van de metro van Madrid werd ontworpen door de architect Antonio Palacios (1874-1945), degene die ook de stations, waaronder het eerdergenoemde van Chamberí, en de entrées heeft ontworpen. Hij liet zich inspireren door het logotype van de metro van Londen, dat dateert uit 1913. Tegenwoordig is het nog altijd hetzelfde, met dat verschil dat de letters van het oorspronkelijke logo, 'Metro' -toen nog in hoofdletters- sinds het begin van de jaren 80 in kleine letters te zien zijn.

Metro Ligero
Het netwerk 'Metro Ligero Madrid' werd in 2007 geopend en -al maakt het gebruik van dezelfde 'brand'- is onafhankelijk van Metro van Madrid. In tegenstelling tot de metro van Madrid rijdt het op een normaalspoor, vrijwel geheel bovengronds en aan de rechterkant -volgens het concept van een tram. Het bestaat uit drie lijnen, met in totaal 38 haltes, en vervoert reizigers naar de uiterste rand van de uitdijende hoofdstad en naar plaatsjes in de regio buiten de hoofdstad, als Pozuelo de Alarcón, Aravaca en Boadilla del Monte.

Afbeeldingen: Het huidige logo van de Metro van Madrid; Begin van de werkzaamheden aan de eerste metrolijn (1917, Archief Metro de Madrid); Metrohalte Chamberí na restauratie in 2006-08; moderne treinen op een metrostation; Metro Ligero-trein op het station van Aravaca.